Duizenden jaren werd in China alleen groene thee gemaakt. Zwarte thee
werd pas veel later uitgevonden en is slechts goed voor 6 procent van de totale productie. De kwaliteit van de Chinese zwarte theeën is ongeëvenaard. Twee van de beroemdste zwarte theeën van China groeien in de provincie Fujian in het bergdorp Tongmu.
Tongmu ligt hoog in het adembenemend mooie Wuyigebergte op militair grondgebied. Hierdoor is het dorp verboden terrein voor buitenlanders, al is dat net zozeer om de beroemde theeplant die hier groeit – de variëteit wuyi cai cha – te beschermen tegen hebberige indringers. Mijn gids Cindy is desalniettemin vastbesloten om mij binnen te krijgen.
We passeren kraakheldere bergrivieren en in elkaar overlopende rijst- en theevelden badend in de zon op weg naar de geboorteplaats van zwarte thee en de lapsang souchong, die het dorp haar faam bezorgde. Lapsang souchong heeft plaats moeten maken voor een nieuwkomer. In 2005 ontwikkelden de families in het dorp een thee, die niet alleen de hoogst geprijsde zwarte thee ooit in China werd, maar ook het drinken van zwarte thee populair maakte in een land dat duizenden jaren groene thee produceert en drinkt.
“De handgeplukte thee heeft wel honderdduizend
buds nodig voor honderd gram thee”
De nieuwe creatie, jin jun mei, komt van hetzelfde basismateriaal als lapsang souchong, de wuyi cai cha variëteit, die hier al millennia wordt geplant. Nieuw is het deel van de plant dat wordt gebruikt. Waar bij lapsang souchong het rijpe theeblad wordt geplukt, gebruikt men voor jin jun mei alleen de ‘prachtige gouden wenkbrauw’: de jonge buds, van nature zoet en delicaat. Het lijkt op het eerste gezicht misschien niet zo bijzonder, maar de handgeplukte thee heeft wel honderdduizend buds nodig voor honderd gram thee!
Cindy doet haar best, maar we komen Tongmu niet in en druipen af naar de omliggende dorpen, waar we ons de rest van de dag dronken laten voeren met de meest ongelooflijke theeën, die ik op mijn reizen tegenkwam. Een jaar later ben ik daarom terug in Fujian met een leuke club theevrienden. Ook dit keer proberen we Tongmu binnen te komen, maar mijn blonde haren verraden me en weer gaat het beroemde theedorp aan mijn neus voorbij. Terwijl ik even later een beetje ontdaan uit de auto stap en omhoog kijk naar de plek die me maar niet wil ontvangen, kijkt Cindy me aan en fluistert: “We will get you in, one day.”